Kuifje 13

De 7 kristallen bollen

Kuifje bezoekt kapitein Haddock in kasteel Molensloot. De kapitein, geobsedeerd door een goochelaarsnummer waarin water in wijn wordt veranderd, neemt Kuifje die avond mee naar een variétévoorstelling. Aldaar herkent Kuifje een optredende messenwerper als zijn oude kennis, generaal Alcazar, uit San Theodoros. Het volgende optreden is dat van een helderziende, die echter een vreemd visioen krijgt: volgens haar is de fotograaf van een onlangs uit de Andes teruggekeerde expeditie ernstig ziek geworden. De vrouw van de fotograaf om wie het gaat zit in het publiek en wordt dan ineens opgeroepen om zo snel mogelijk naar huis te gaan omdat er iets met haar man is. Daar Kuifjes hond Bobbie niet tegen het optreden van Bianca Castafiore (ook een oude bekende van Kuifje, uit De scepter van Ottokar) kan, verlaten Kuifje en de kapitein tijdelijk hun balkon om generaal Alcazar in zijn kleedkamer op te zoeken. Alcazar vertelt dat hij in Europa messenwerper is geworden nadat zijn rivaal, generaal Tapioca, hem had afgezet en verdreven uit San Theodoros. Tevens stelt hij hen voor aan zijn assistent, de indiaan Chiquito.

De volgende dag komen de detectives Jansen en Janssen langs bij Kuifje. Ze vertellen dat er nog meer leden van de expeditie getroffen zijn door dezelfde vreemde ziekte: drie van hen zijn, een voor een, in een onverklaarbaar soort coma geraakt. Bij elk slachtoffer werden wat kristallen scherfjes gevonden. Een van de expeditieleden, Max Wulp, herinnert zich een verhaal van een dronken oude indiaan en waarschuwt zijn medeleden weg te blijven bij de ramen, alvorens zelf ook slachtoffer te worden. Ook professor Kwartier, die Kuifje en Haddock kennen uit De geheimzinnige ster, wordt voortijdig aangevallen.

Politiebewaking wordt nu ingezet, maar in hun onhandigheid verknoeien Jansen en Janssen de bewaking van professor Horn, die ook geveld wordt. De laatste is professor Hippolytus Bergamot, die de mummie van de Inca Rascar Capac, de grote vondst van de expeditie, in huis heeft. Bergamot is tevens een oude vriend van professor Zonnebloem, zodat ze gemakkelijk bij hem kunnen worden geïntroduceerd. Het drietal wordt gedwongen om de nacht in Bergamots villa door te brengen als twee banden van Haddocks auto springen. Dezelfde avond valt er een bolbliksem in de schoorsteen, die inslaat op de mummie, die daarop verdampt. Dit schokt de eerst zo onbezorgde Bergamot, die zich een profetie herinnert dat Rascar Capac één zou worden met het hemelvuur en de heiligschenners zal straffen.

's Nachts worden Kuifje, Haddock en Zonnebloem tegelijkertijd geplaagd door boze dromen over de mummie. Dan blijkt Bergamot alsnog getroffen door een aanslag: de aanvaller was via de schoorsteen binnengedrongen en heeft de juwelen van Rascar Capac meegenomen. De politiemannen die het huis bewaken, schieten op de vluchtende man en raken hem, maar kunnen hem uiteindelijk niet vinden.

Na de aanslag op Bergamot is er iets veranderd in de vreemde coma. De zeven slachtoffers lijken op vaste tijdstippen, tegelijkertijd, een soort hallucinatie te krijgen, waarbij ze hevige pijn en angst lijden. De zaak wordt nog vreemder als Zonnebloem de tuin van de villa in gaat en daar de armband van Rascar Capac vindt, waarna hij ineens spoorloos verdwijnt. Kuifje en Haddock ontdekken dat de insluiper zich gisterennacht in een boom verborgen had en dat hij waarschijnlijk ook degene is die Zonnebloem ontvoerd heeft. De ontvoerder vlucht echter weg in een zwarte auto. De politie zet een blokkade op, maar de criminelen wisselen van auto, zodat ze de blokkade ongemerkt passeren. De zwarte auto wordt in een bos gevonden en aan de krassen op een boom valt af te leiden dat de nieuwe auto beige is. Een agent herinnert zich een beige auto, met een Zuid-Amerikaan en een indiaan erin.

Na een bericht dat de auto gezien is in Saint-Nazaire[1] gaan Kuifje en de kapitein erheen. Het wrak van de auto is opgevist uit het water, maar van de ontvoerders is geen spoor. In de haven loopt Kuifje generaal Alcazar tegen het lijf, die naar San Theodoros terugkeert, aangezien zijn assistent Chiquito hem onverwachts in de steek gelaten heeft. Kuifje merkt op dat de gelijktijdige verdwijning van Zonnebloem en Chiquito wel erg typisch is. Terloops hoort hij van Alcazar dat Chiquito een afstammeling van de Inca's is, een van de zeer weinige.

Verdere aanwijzingen zijn er niet, dus gaan Haddock en Kuifje naar La Rochelle om aldaar Haddocks vriend kapitein Chester te bezoeken. Deze blijkt al vertrokken te zijn, maar Kuifje en Haddock stuiten in de haven bij toeval op Zonnebloems hoed, waardoor ze dus zeker weten dat ze op het goede spoor zijn. Ze ontdekken dat Zonnebloem waarschijnlijk op de boot Pachacamac zit, die naar Peru is vertrokken. Kuifje en kapitein Haddock gaan meteen per vliegtuig naar Peru om de politie in te lichten.

Tekenaar: Herge
Tekstschrijver: Herge
Softcover