Moraalelastix, een opperhoofd van een ander Gallisch dorp gelegen ergens aan de kust, komt op bezoek in het dorp van Asterix. Hij vraagt de Galliërs om op een koperen ketel te passen met sestertiën erin. Dit zodat Moraalelastix, wiens dorp handel drijft met de Romeinen en dus met de bezetter lijkt te collaboreren, de Romeinse belastingen kan ontduiken. Asterix wordt met de bewaking belast. Tijdens het banket brengt Moraalelastix een maaltijd naar Asterix, en verwittigt hem dat de Romeinen hem goed gevolgd kunnen zijn tot aan zijn dorp. Asterix belooft zich van zijn taak te kwijten en nadien het geld terug te brengen.
Na de eerste nacht gaat het echter al fout, want de ketel blijkt 's morgens leeg te zijn. De dorpelingen, allen in nachtkledij (behalve Obelix, die nog aan het eten was), doorzoeken het dorp (tot afgang van de haan, die nu niets meer voelt de ochtend te kraaien), echter zonder resultaat. Asterix, die verantwoordelijk was voor het bewaken, wordt tot ieders verdriet uit het dorp verbannen en mag niet eerder terugkeren voordat hij de ketel weer vol heeft met sestertiën. Samen met Obelix, die niet wil dat Asterix in zijn eentje verbannen wordt, doorkruist hij Gallië.
Op hun tocht botsen ze op de piraten, die op het nabijgelegen strand een restaurant begonnen zijn. Aanvankelijk denkt Asterix dat zij er voor iets tussen zitten maar na de herberg (hun piratenschip aan land omgebouwd) kort en klein te hebben geslagen, is het duidelijk niet zij die verantwoordelijk zijn. Bij de Romeinen in Babaorum vangen ze ook bot, want de Romeinen hebben zelf al geruime tijd geen soldij gekregen. Verder rond dwalend pogen ze dan maar zelf de ketel weer te vullen, waarbij ze zich wagen aan het verkopen van everzwijnen, deelnemen aan lokale gladiatorspelen, spelen met het idee hun avonturen te verkopen als literatuur, kunstjes te doen met Idéfix, als figuranten op te treden in een romeins theaterstuk, een lokale bank te overvallen en nog veel meer. Tot weinig bemoedigend resultaat.
Na al deze mislukte pogingen besluiten Asterix en Obelix een Romeins belastingtransport te overvallen. Dit transport komt net van Moraalelastix' dorp. De overval slaagt (waarbij de belastingsontvanger roepend om een kwitantie verder met rust wordt gelaten), maar Asterix merkt iets vreemds aan het geld. Het ruikt naar soep. Hierdoor beseft hij hoe de vork in de steel zit.
Asterix en Obelix gaan met de volle ketel naar Moraalelastix en confronteren hem met hun ontdekking: de ketel die Moraalelastix aan Asterix had gegeven was eerder voor soep gebruikt. Moraalelastix heeft zelf het geld gestolen omdat hij wist dat Asterix dan alles zou doen om de ketel weer te vullen. Door de belastingtransport te overvallen gebeurde dit ook, maar was het hetzelfde geld als in de ketel zat in plaats van Asterix' eigen inbreng. Zo zou Asterix Moraalelastix' belasting hebben betaald. Het komt tot een gevecht, waarbij de ketel per ongeluk van een klif wordt geduwd en richting zee valt. Net op dat moment vaart het schip van de piraten onder de klif door en de ketel valt precies in hun schip. Voor een keer hebben de piraten eens geluk.
De verslagen Moraalelastix achter latend keren Asterix en Obelix terug naar het dorp, waar het feestmaal op hen wacht.