Een stormachtige nacht drijft alle Galliërs bijeen in de hut van Heroïx (behalve Panoramix, die naar een druïdenbijeenkomst is), tot een bijzonder harde donderklap iedereen de stuipen op het lijf jaagt, en een sinistere figuur in de deuropening verschijnt. De man, die zichzelf voorstelt als een verdwaald reiziger overvallen door het noodweer, wordt op een kom geitenmelk vergast (terwijl Obelix het everzwijn verschalkt), zichzelf verder introducerend als Xynix en een ziener. Iedereen wordt door bijgelovigheid bevangen; Asterix is de enige die het niet vertrouwt. Toch krijgt Xynix de anderen zo ver dat hij in een vis 'leest' of de hemel al dan niet op hun hoofd zou vallen. Uiteraard gebeurt dit niet ('na regen zal zonneschijn komen') en "voorspelt" hij verder dat er onenigheid zal komen; de vis 'las' onduidelijk, wat Hoefnix wijt aan het verre van vers zijn van de vis, wat aanleiding geeft tot de onenigheid (en Asterix verklaart dat het 'nog maar vermelden van de vis (van Kostunrix) genoeg is voor een knokpartij').
Hoewel Asterix doorheeft dat deze ziener een bedrieger is, zijn de meeste andere Galliërs overtuigd van wat de ziener aan hen vertelt. Vooral Bellefleur is overtuigd van de gave van de ziener en overtuigt hem in de buurt van het dorp te blijven, zodat de dorpelingen hem om advies kunnen vragen (en hij zichzelf kan verrijken met eten, drinken en uiteindelijk geld). Tegen Asterix probeert iedereen de lippen stijf te houden en ook Obelix wordt in het ongewisse gelaten, uit angst dat de ziener door beiden wordt verjaagd (zeker omdat de ziener dreigde Idéfix te doden om de toekomst te bekijken in diens ingewanden). Als Asterix en Obelix iedereen om de haverklap met goederen naar het bos zien trekken, raakt Obelix, hongerig naar everzwijn en afkerig aan de geheimzinnigheid, het beu en trekt het bos in. Hij vindt de ziener, maar Xynix weet hem (vanuit een positie in een boom) eveneens te paaien door te vertellen over een knappe roodharige vrouw (die Obelix bij zijn terugkeer met de vrouw van Nestorix associeert). Asterix gaat uiteindelijk zelf gaan kijken en vindt de plek waar Xynix "audiëntie" hield verlaten, net als Bellefleur toe komt en in paniek terug rent naar het dorp, verkondigend dat Asterix de ziener had verjaagd en "rampspoed hen te beurt zou vallen".
Enkele kilometers verderop, in een Romeins garnizoen, wordt een zenuwachtige Xynix voor de kampcommandant geleid, en probeert eerst zich als "eenvoudig ziener" met mooie visioenen vrij te kopen. Echter heeft Caesar bevolen alle zieners op te pakken voor slavenarbeid (en zichzelf veilig te stellen van kwade auguren), waarop Xynix paniekerig de show laat vallen. Echter spreken alle proeven hem tegen, tot hij laat ontvallen de Galliërs met zijn voorspellingen in de zak te hebben. Dit valt niet in dovemansoren en de centurio stuurt Xynix op weg naar het dorp. Met veel drama verklaart een gespeeld misnoegde Xynix dat het dorp vervloekt is en 'stinkende dampen uit de diepten' hen zullen verjagen. De dorpelingen (exclusief Asterix en indirect Obelix) slaan in paniek en Heroïx geeft orders het dorp te evacueren (tot ongenoegen van Bellefleur, die liever naar Homeopatix was getrokken in Lutetia), naar een eiland even uit de kust. Asterix, Obelix en Idéfix verschuilen zich in het bos, terwijl de ziener, naast de centurio, gevolgd door de decurio en het garnizoen zelf, het dorp bezetten. De centurio laat een koerier naar Rome zenden om Julius Caesar te melden dat 'héél Gallië' eindelijk bezet is.
Panoramix, die net op dat moment terug keert van de bijeenkomst in het gebied van de Carnutes als overwinnaar, wordt in sneltempo op de hoogte gebracht. Samen besluiten ze zowel de bijgelovige stamgenoten als de Romeinen een lesje te leren en maakt een stinkend drankje dat het effect dat Xynix voorspelde verwezenlijkt. Kakofonix, die even terug was gekeerd voor zijn citer te gaan halen, vertelt de dorpelingen wat hij zag en iedereen denkt hetzelfde als de centurio: Xynix moet een echte ziener zijn. De Romeinen evacueren op hun beurt in stilte het dorp, waarna de centurio de ziener honderduit begint te manipuleren om zijn toekomst te helpen bepalen en Caesar uiteindelijk van de troon te stoten. Ondertussen hebben de Galliërs letterlijk kennis genomen van de ware toedracht in het dorp en keren naar het dorp terug. Maar lang niet iedereen is overtuigd dat Xynix een bedrieger is: vooral de vrouwen, aan wie alleen maar voorspoed en rijkdom werd voorspeld, blijven sceptisch. Asterix besluit hen te ontnuchteren door de vrouwen voorop te laten en het Romeinse kamp te overvallen.
Xynix is zichtbaar verbaasd de Galliërs voor hem te zien staan, wat hem op een fikse mep van Bellefleurs deegrol komt te staan (en de centurio eveneens), en de vrouwen, bijgestaan door de mannen, het garnizoen op een hoopje vegen: Obelix droomt zelfs weg bij de elegantie die de vrouw van Nestorix erbij demonstreert. Ontnuchterd keren de vrouwen en hun mannen terug naar het dorp. Om op een paar Romeinen te stuiten, die Heroïx vermoeid vraagt 'af te voeren'. De voorspelling van Asterix dat het verhaal zou eindigen met een traditioneel feestmaal komt gelukkig uit. Voor Xynix en de centurio krijgt het verhaal nog een eigen staartje, want de afgevaardigde van Caesar is ondertussen, bont en blauw geslagen, aangekomen in het verwoeste kamp en degradeert de centurio prompt tot legionair. De decurio, die tot dan steeds werd afgewimpeld, ziet geen reden meer om Xynix iets ten laste te leggen (na op elk moment dat hij maar kon te hebben voorgesteld Xynix in de boeien te slaan voordien), laat staan bevelen van een legionair te moeten aanvaarden. Xynix wordt terstond verjaagd, terwijl de voormalige centurio bevolen wordt het kamp schoon te vegen. Beseffend hoeveel geluk hij heeft, zweert de ziener zich van bedriegerijen te onthouden 'op straffe van de goden', waarop hij wederom door een stortbui overvallen wordt, als om zijn woorden te logenstraffen.
Na de regen komt deze keer maneschijn, als het traditionele feestmaal in volle gang is en het verhaal besluit.