Asterix 14

Asterix in Hispania

Julius Caesar denkt zojuist heel Hispania (Spanje) veroverd te hebben wanneer hij verneemt dat één dorp zich hardnekkig verzet tegen onderwerping aan de Romeinen. Met de zoon van de hoofdman van het dorp als gijzelaar probeert Caesar de Iberiërs te dwingen alsnog hun verzet te staken (wat hem op een dreigement wordt onthaald door de hoofdman 'hem te bakken in olijfolie' als hij Caeasar in zijn handen krijgt). De zoon wordt voor de zekerheid weggevoerd naar een Romeins legerkamp ver van het opstandige dorp: het kamp Babaorum, vlak bij het enige Gallische dorp dat Caesar niet klein kon krijgen. Hier valt de gijzelaar, die de Centurio Claudius en zijn mannen het behoorlijk lastig heeft gemaakt, in handen van Asterix en Obelix. Aanvankelijk besluit de Gallische hoofdman Abraracourcix dat de jongen dan maar bij hen moet blijven, om hem te beschermen tegen de Romeinen. Claudius probeert nog het nodige te bewegen maar zegt "een woord te veel" en wordt, samen met de Romeinse troepen van Babaorum, op een hoop geslagen, waarna hij het idee heeft de zaak zo te laten: of zij of de Galliërs nou op de jonge lastpak passen, zolang ze er maar een oogje op kunnen houden. En een lastpak is de jongeling wel degelijk: hij wil vis in plaats van everzwijn, en wanneer hij zijn zin niet krijgt, dreigt hij zijn adem in te houden tot hij zijn zin krijgt, wat uiteindelijk tot een uit de hand gelopen ruzie over het concept "huurvis" leidt. In een poging de boel toch te sussen neemt Kakofonix de jongen bij hem voor de nacht, tot blijkt dat hij de 'muziek' van de bard wel kan pruimen. In het licht van deze ontwikkeling wordt alsnog besloten de jongen terug te brengen naar zijn eigen dorp. Van een dikke Romeinse legionair, die Obelix uit een boom weet te schudden (en uit een andere nog een hele hoop schudt) krijgt Asterix een idee waar ze heen moeten. Beseffend dat ze loslippig zijn geweest, besluiten de legionairs dit "incident" maar te vergeten en kruipen weer de boom in. Na de toestand met de huur van vissen een andere wending te hebben gegeven krijgen Asterix en Obelix Kostunrix zover hen, samen met Pépé, zo heet de jongen, en Idéfix naar Hispania te varen.

De reis per schip naar Hispania verloopt voorspoedig; de ongelukkige piraten die de helden onderweg tegenkomen, vormen zoals gebruikelijk geen probleem en leveren een flinke hap ter vervanging van vissen op. Het vervolg over land gaat moeilijker; eerst moeten ze over de Pyreneeën heen (en de gids nopen er mee uit te scheiden), belanden ze bij enkele Galliërs die met huizen op wielen een camping vormen en botsen ze op een vreemd duo dat prompt een stel molens aanvalt. In een herberg worden ze gespot door Claudius, die prompt de achtervolging inzet, verkleed als Iberiër (genaamd Costadelsol). Na een dolle nacht bij een groep zigeuners raakt de as van hun wagen gebroken en reizen ze met de verklede Claudius (die niet herkend wordt door Pépé) verder naar Munda. Zijn kans daar schoon ziend, probeert Claudius de toverdrank te stelen, wat door een woordenwisseling tussen Obelix en Pépé ei zo na misloopt, en Claudius, in een poging Asterix te ontlopen, hen beiden op een Romeinse patrouille doet stuiten. Asterix wordt zonder zijn onoverwinnelijk makende toverdrank gevangengenomen door de Romeinen, en veroordeeld tot een optreden in de arena. Hij weet de stier echter te verschalken door handig gebruik te maken van een rode cape die een dame per ongeluk liet vallen - een nieuw volksvermaak is geboren en als blijk van waardering wordt Asterix vrijgelaten. Claudius, onder de indruk van het spel, besluit zijn carrière op te geven en als Torero naam te maken. De zoon van de hoofdman is inmiddels terug in het dorp van zijn vader, waar Asterix en Obelix herenigd worden, en de Romeinen besluiten, net als bij de Galliërs in Armorica, het Iberische dorp met kampementen te omringen en de boel verder zo te laten. De volgende morgen keren Asterix en Obelix, ondanks het protest van Pépé (wat hem enkel op een complimentje komt te staan van zijn vader 'dat hij betere manieren heeft gekregen'), terug richting Gallië. Het feestmaal wordt, na hun terugkeer, opgeluisterd door Obelix die er een Flamenco af steekt, tot jolijt van een geknevelde Kakofonix, de ergernis van Hoefnix en het gelach van Asterix.

Tekenaar: Albert Uderzo
Tekstschrijver: Rene Goscinny
Softcover

Uit de reeks

Album ... Nr Titel Soort Cover Cover
Asterix 1 Asterix de Gallier Softcover
Asterix 5 De ronde van Galie Softcover
Asterix 6 Asterix en Cleopatra Softcover
Asterix 7 De strijd van de stamhoofden Softcover
Asterix 8 Asterix bij de Britten Softcover
Asterix 10 Asterix als legioensoldaat Softcover
Asterix 11 Asterix en het ijzeren schild Softcover
Asterix 12 Asterix en de Olympische Spelen Softcover
Asterix 13 Asterix en de koperen ketel Softcover
Asterix 14 Asterix in Hispania Softcover
Asterix 16 Asterix en de Helvetiers Softcover
Asterix 17 De Romeinse lusthof Softcover
Asterix 19 De ziener Softcover
Asterix 20 Asterix op Corsica Softcover
Asterix 23 Obelix & Co. Softcover
Asterix 25 De broedertwist Softcover
Asterix 26 De odyssee van Asterix Softcover
Asterix 27 De zoon van Asterix Softcover
Asterix 28 Asterix in Indus-land Softcover
Asterix 30 De beproeving van Obelix Softcover
Asterix 31 Asterix en Latraviata Softcover
Asterix 32 Het pretpakket Softcover
Asterix 33 Het geheime wapen Softcover
Asterix 22 De grote oversteek Softcover
Asterix 2 Het gouden snoeimes Softcover
Asterix 3 Asterix en de Goten Softcover
Asterix 9 Asterix en de Noormannen Softcover
Asterix 21 Het geschenk van Caesar Softcover
Asterix 37 Asterix en de race door de laars Softcover
Asterix 29 De roos en het zwaard Softcover
Asterix 4 Asterix als gladiator Softcover
Asterix 15 De intrigant Softcover
Asterix 18 De lauwerkrans van Caesar Softcover
Asterix 35 Asterix bij de Picten Softcover
Asterix 34 De verjaardag van Asterix & Obelix: Het guldenboek Softcover
Asterix 36 De papyrus van Caesar Softcover
Asterix 24 Asterix en de Belgen Softcover
Asterix 38 De dochter van de veldheer Softcover
Asterix 40 De Witte iris Softcover