Lambik rijdt over een fiets en geeft de eigenaar geld, maar dan ziet hij de man zijn fiets voor een andere auto gooit en geld vraagt. Tante Sidonia’s keuken is niet afgemaakt door een schilder en ze wordt kwaad als ze hoort dat Lambik de schilder van tevoren heeft betaald. Lambik gaat kwaad weg, hij heeft er genoeg van beetgenomen te worden door mensen. Suske en Wiske zien hoe hij in een zwarte auto stapt en vertrekt. ’s Nachts vinden ze Lambik in de koelkast en hij spreekt niet meer tegen zijn vrienden.
Ze horen dat Lambik naar Luxemburg wil en zijn geweten wil kwijtraken, maar hij verdwijnt met meneer X. De vrienden gaan voor een grotexploratie naar Luxemburg en zien daar de zwarte wagen. Ze kamperen bij het domein en ontdekken dat meneer Erdemelcher – een grondspeculant – de eigenaar is. Ook ontdekken ze de naam van Lambik in verband met project Altenfels in die papieren.
De vrienden dalen af in een druipsteengrot en vinden sporen van een kat. Ook vinden ze een beeld van een dame met een kat op de schoot, op het beeld staat de naam Altenfels. Als de touwladder wordt losgemaakt vinden de vrienden een andere uitgang. Ook de kat gaat naar buiten en ze komen bij een ruïne op een berg bij het dorp Altenfels.
De burgemeester vertelt over een legende dat de kat van de gravin door zijn blik mensen kon genezen van egoïsme. In 1728 stierf de gravin van Altenfels en liet het dorp voor altijd achter voor ouderen en zij leven daar nu nog altijd in rust. Maar de burgemeester vertelt ook over Erdemelcher die het dorp wil afbreken om er een hotel te kunnen bouwen en Lambik in dienst heeft genomen om zijn plannen te verwezenlijken. Dan komt Siegfried - de kat uit de grot -, maar voordat hij Lambik kan genezen van zijn koude hart ziet hij de poes Nonoletta.
Siegfried achtervolgt Nonoletta naar het zigeunerkamp en krijgt daar ruzie met haar baas en een andere kater. Bij de burgemeester is ingebroken en het privilege is gestolen. Lambik zegt dat Erdemelcher de rechtmatige eigenaar van het dorp is en er worden zware jongens naar het dorp gestuurd. De dorpelingen maken zich gereed voor de strijd en Jerom helpt hen. Suske en Wiske bevrijden Nonoletta en vangen ook Siegfried.
Siegfried zorgt er met zijn gave voor dat de zware jongens afdruipen maar Lambik blijft een egoïst. Zijn portemonnee vol met geld blijkt de blik van Siegfried te hebben afgekaatst. Lambik vangt Nonoletta, maar die wordt bevrijd door Siegfried en later Jerom. Nonoletta gaat er met een andere kater vandoor. Suske, Wiske en Jerom gaan naar Erdemelcher en Siegfried geneest hem van zijn egoïsme. Erdemelcher vertelt dat hij Lambik opdracht heeft gegeven het dorp te vernietigen.
Siegfried rent naar Lambik, die zijn portemonnee niet meer op zak heeft. Als hij in een klem vastkomt, komt Nonoletta hem toch helpen. Lambik wordt op tijd genezen, maar door bliksem ontploft toch het dynamiet. Jerom weet het dorp te redden en de inwoners vieren feest. Siegfried trouwt met Nonoletta en ze gaan samen wonen in de grot en de vrienden gaan terug naar huis.