Suske en Wiske zien Lambik op de groentenmarkt, maar hij wil niet vertellen waarom hij de omtrek van de hoef van een paard wil tekenen. Ze zien dat hij een halster, teugels en een zak koopt en in zijn tuin als paard gaat staan. Hij vertelt de kinderen dan dat hij denkt dat de mensen in vrede kunnen leven als ze zich als paarden gaan gedragen. Sidi-ben-Moka wil Schanulleke ruilen tegen zijn tapijten uit Kortrijk en als Wiske weigert pakt hij het poppetje af. Ze horen nog hoe de man roept dat Shehera-Sa-Ga-mell naar het Oosten zal wederkeren maar ze raken hem kwijt. De man wordt aangereden door een auto en de kinderen gaan naar het ziekenhuis, maar Schanulleke blijkt verdwenen te zijn. ’s Nachts droomt Sidi-ben-Moka over Schanulleke en vliegt naar haar toe, hij botst tegen een lantaarnpaal voor het huis van Lambik. Lambik wil net naar Wiske bellen om te vertellen dat hij Schanulleke gevonden heeft als Sidi bij hem aanbelt.
Sidi wil Schanulleke ruilen tegen een toverspreuk uit het Boek der Sterren, maar als Lambik de radio aandoet verdwijnt de man hierin met Schanulleke. Lambik heeft nog de helft van de tekst kunnen pakken en leest de tekst “Ikhe beni ena ez el” voor, waarna hij plotseling voor de helft veranderd in een paard en een spraakgebrek heeft. Suske en Wiske komen naar het huis van Lambik en via het Radio Instituut komen ze erachter dat Sidi met Schanulleke in Bagdad in Irak is aangekomen. Suske en Wiske zijn blij dat ze naar het land van de sprookjes van Duizend-en-een-nacht kunnen reizen en maken de gyronef klaar voor vertrek. De vrienden komen aan in de woestijn en storten neer omdat ze zonder benzine zitten. Ze gaan naar een Karavansera en ze dossen zich uit als Arabieren.
Wiske ziet dan Sidi en hij vertelt dat hij in de macht is van een boze geest, hij heeft zichzelf laten opsluiten in een grote kruik zodat hij niet meer richting Bagdada wordt getrokken. Wiske heeft iemand met water omver gelopen en deze smijt een vaas uit wraak, Sidi wordt door deze vaas getroffen en vliegt uit de kruik richting Bagdada. De vrienden gaan op kamelen achter hem aan en Lambik hoort op de radio een bericht van Ali-ben-Salami die vertelt dat ze de achtervolging moeten staken. Als de hyena driemaal zal huilen zal er onheil over de vrienden komen en de vrienden schieten een hyena neer nadat hij gehuild heeft. Vreemd genoeg staat de dode hyena weer op en huilt opnieuw en Wiske vindt een ruïne van het paleis van Ali Baba, ze weet over het verhaal van de koopman bij wie veertig rovers in kruiken werden binnengesmokkeld. Hij liet kokende olie in de kruiken gieten en alle rovers kwamen om en Wiske vindt inderdaad skeletten in de kruiken.
Als de hyena voor de derde maal huilt komen de rovers tevoorschijn uit de kruiken en een gevecht met de vrienden begint. Dan breekt een zandstorm uit en de vrienden kunnen ontkomen aan de rovers en komen ‘s nachts aan in een oase. Sidi is ook in de oase en wordt gevonden als Suske water wil halen. Sidi vertelt dat de zandstorm de toverkracht verbrak en hij neerstortte. Sidi is ernstig gewond en geeft Schanulleke terug aan Wiske en vertelt het verhaal over prinses Shehera-Sa-Gamell die zeven maal honderd jaar geleden leefde. Ze regeerde over Bagdada en Sidi was een arme sprookjesverteller. Prinses Shehera-Sa-Gamell was onder de indruk van zijn verhalen en weigerde te trouwen met de machtige tovenaar Ali-ben-Salami. Uit wraak betoverde de tovenaar beide op de avond voor hun huwelijk, de beide verliefden werden waaimbomen.
De bevolking van Bagdada stierf en de stad verging tot puin, behalve het paleis waar nu de tovenaar woont. Een houthakker kapte de boom waar Shehera-Sa-Gamell in zit en later trof een bliksemstraal de boom van Sidi, waardoor zijn geest kon ontsnappen. Hij nam de gedaante van een tchouk-tchouk aan en volgde de boom van Shehera-Sa-Gamell naar Europa. In Antwerpen hoorde hij dat een poppenfabrikant de boom tot zaagsel had verpulverd en hij kwam erachter dat het zaagsel van Schanulleke van de prinses afkomstig is. Dan sterft Sidi-ben-Moka en de vrienden begraven hem in de oase, maar even later komt de geest van Sidi-ben-Moka weer tevoorschijn en vervolgt zijn verhaal. Hij stelt voor de geest van de prinses uit het zaagsel te halen en als de toverspreuk is verbroken zal Lambik misschien ook weer zijn oude gedaante terugkrijgen.
Ali-ben-Salami ziet in het magische oogglas van een monokelslang dat de vrienden zijn kasteel naderen en hij laat de toegang versplinteren door een bliksemflits. Ze gaan op zoek naar de ingang van Bagdada in de berg Sesam. Er verschijnt een enorme zeef en deze haalt de rovers uit het zand van de woestijn tevoorschijn. De rovers worden verslagen en de vrienden kunnen nog net in de berg vluchten, die door Sidi wordt geopend, voordat ze door de zwaarden worden geraakt. Lambik vindt een kruik en gooit deze weg, dan verschijnt er een enorme reus uit de rook die uit de kruik opstijgt. De reus Poze-khes-oep brengt Sidi naar de tovenaar en gaat dan op weg om de anderen te halen. De reus vindt de vrienden in een boot op de rivier en Wiske gooit Schanulleke in het water. Sidi kan de tovenaar bewusteloos slaan, maar zit nog steeds gevangen in het kasteel. Lambik wil verstoppertje spelen met de reus en deze verstopt zich in de kruik, waarna Lambik de kruik afsluit en de kinderen wil gaan begraven.
Suske en Wiske zijn echter niet dood en maken een vlot van bamboestokken. De kinderen komen een krokodil tegen, maar kunnen aan het dier ontsnappen. Dan ziet Wiske Schanulleke, maar komt met het poppetje in een draaikolk terecht en Suske raakt enkele uren bewusteloos. Wiske kan Schanulleke redden uit een reuzenmossel en het poppetje spreekt tegen haar nu het zaagsel van de prinses weer terug is in haar eigen land. Wiske noemt haar prinses Zagemeel en gaat met het poppetje op zoek naar Suske. Suske vindt Lambik en als ze samen op zoek gaan naar Wiske komen ze in een grot terecht. Wiske klimt op een groot beeld en slaat op de gong, waarna het oog in het beeld zich opent en Wiske daarop kan zien wat zij wil. Ze ziet wat Suske en Lambik doen, maar als ze nogmaals op de gong slaat komt Ali-Ben-Salami weer bij.
Ali-Ben-Salami vliegt met zijn tapijt naar het beeld en gaat naar binnen, hij ziet Wiske en klimt door het oog naar buiten. Met hulp van Suske en Lambik weet Wiske de tovenaar te verslaan en ze gaat door het oog het beeld binnen. Met het vliegend tapijt gaan de vrienden naar het paleis en prinses Zagemeel beloofd Lambik normaal te maken voordat ze met Sidi-ben-Moka naar de eeuwige tuinen van Allah vertrekt. Maar dan komt Ali-Ben-Salami weer bij en roept zijn tapijt terug, waarna de vrienden neerstorten. Prinses Zagemeel zegt de vrienden naar een weverij van vliegende tapijten te gaan en ze zien dat de omgeving van het gebouw in brand staat. De vrienden krijgen toch enkele tapijten in handen en zetten de achtervolging in. Met hypnotische blikken laat de tovenaar het tapijt van Wiske kantelen, maar Lambik kan haar nog opvangen. Schanulleke vliegt naar het paleis en de tovenaar pest Sidi met het poppetje.
De tovenaar gaat met Schanulleke en Sidi-ben-Moka naar de Geestenverdeling en gooit vloeibare zwavel in een schaal die gedragen wordt door zes bronzen duivels. De geesten zullen in het absolute niets vergaan door het vuur en zo zullen Sidi en zijn geliefde niet bij Allah komen. Wiske ziet alles achter een pilaar en gaat snel naar haar poppetje en Sidi als de tovenaar naar zijn boek gaat om een spreuk te lezen. Suske saboteert de machine van de tovenaar en als deze wil uitvinden waar de vrienden zich bevinden ontploft het apparaat. Suske wordt geraakt door het spreukenboek en raakt bewusteloos. De tovenaar ziet Wiske bij het beeld en raakt haar met een toverspreuk. Wiske raakt bewusteloos en de tovenaar gooit Schanulleke en Sidi in de schaal. De tovenaar wordt vastgebonden maar kan toch zijn spreuk opzeggen, waarna een vuur in de schaal begint te branden.
Wiske begint te lachen en vertelt dat ze Schanulleke en Sidi in een kist heeft gestopt. Ze legde lappen in de plaats van hen beide en deze zijn zonet verbrand in de schaal. Lambik haalt de kist en het paar komt tevoorschijn. Sidi snijdt Schanulleke open en haalt het zaagsel eruit en het spreukenboek wordt verbrand. Dan verschijnt het paar in hun normale gedaante en Ali-ben-Salami toont berouw voor zijn slechte daden. De tovenaar maakt Lambik weer normaal en volgt het paar naar de zevende tuin van Allah. Schanulleke is gevuld met de paardenstaart van Lambik en de vrienden keren met de gyronef terug naar huis en zien Brussel.