Suske en Wiske gaan er na hun avontuur op Amoras met de rugzak op uit om te kamperen in de Kempen. Wanneer ze 's nachts worden overvallen door noodweer kloppen ze bij een boer aan, waar ze in de stal mogen slapen. Wiske, die in haar slaap naar haar popje Schanulleke grijpt, krijgt echter een levend klein mannetje te pakken, dat om "Savantas" schreeuwt en ervandoor gaat. Suske en Wiske volgen het mannetje naar een donkere molen. Ze dringen er binnen en zien dat het mannetje door een hand wordt beetgepakt. Wanneer ze verder doordringen in de molen komen ze grote ladingen spriet tegen. Omdat ze het mannetje noch de eigenaar van de hand aantreffen keren ze terug naar de hoeve, maar vinden hun rugzakken buiten de deur. De boer doet niet meer open en ze besluiten naar huis terug te keren.
Tante Sidonia gelooft hun verhalen niet, maar heeft wel een verrassing voor hen. Een geschenk van professor Barabas, omdat ze hem het leven hebben gered op Amoras. Het is een klein autootje, genaamd Vitamitje, dat rijdt op etenswaren. Suske en Wiske maken er een ritje mee naar het landgoed van de professor. Het landgoed is zeer goed beveiligd, zozeer zelfs dat de professor in zijn eigen wolfsklem terechtkomt. De kinderen weten hem te bevrijden en de professor legt uit waarom hij zijn landgoed heeft beveiligd. Hij heeft een uitvinding gedaan waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Het is hem gelukt om spriet te splitsen en weer samen te voegen, waardoor er zeer veel energie vrijkomt. Met behulp van een geheime formule kun je met bestraling van gloeiende sprietatomen mensen, dieren en voorwerpen tot wel honderdmaal verkleinen, al naargelang de duur van de bestraling. De formule is echter gestolen en wel door Savantas, de helper van de professor.
Suske en Wiske beloven de professor de formule terug te halen en keren met Vitamitje terug naar de molen. Onderweg komen ze een zonderlinge man tegen, die zich in een boom schuilhoudt. Hij heet Lambik. In de molen worden de kinderen overvallen door Savantas, die hen aan het molenrad bindt. Hij vertelt dat hij de formule gegraveerd heeft aan de binnenkant van een sigarettenkoker. Hij wil heel België verkleinen en er zo over heersen. Savantas gaat ervandoor en de kinderen weten ternauwernood te ontkomen. Ze gaan Savantas achterna met Vitamitje.
Er volgt een tweede ontmoeting met Lambik, die zich deze keer in een regenton schuilhoudt. Het blijkt, dat hij door professor Barabas is ingehuurd om Savantas te vinden, maar hij is nogal verstrooid. Ze keren terug naar de professor, waar ze hun hoofdkwartier gaan inrichten. Vanuit het hoofdkwartier gaan Suske, Wiske en Lambik met Vitamitje op zoek naar Savantas. Achtereenvolgens komen ze in Antwerpen, Mechelen, Brussel en Volendam. Vitamitje is voorzien van een radio-installatie waarmee ze in contact blijven met professor Barabas en tante Sidonia. De professor heeft een nieuwe uitvinding gedaan: een raket, waarmee hij materiaal kan verzenden. Lambik wordt na een misverstand weer terug naar huis gezonden. Suske en Wiske gaan verder, ditmaal naar Gent. Savantas houdt zich schuil in het Gravenkasteel en verkleint met het sprietatoomtoestel iedereen die naderbij komt.
Suske en Wiske laten per raket een touwladder komen. Per ongeluk belandt ook Lambik op de raket en landt op het Gravenkasteel, waar hij door Savantas wordt verkleind en in een glazen pot gestopt. Suske en Wiske laten zich van een afstand ook verkleinen en komen het kasteel binnen door de slotgracht over te steken per klomp en via een gaatje in de muur naar binnen te dringen. Ze ontsnappen ternauwernood aan een hongerige spin op de rug van een vlieg. Wanneer ze weer groot worden kunnen ze Lambik bevrijden, maar Savantas ontvlucht weer.
Een nieuwe achtervolging brengt de vrienden eerst naar de sprietvelden van Moll in de Kempen, die ze willen opkopen. Alle spriet is echter al door Savantas opgekocht en naar de Grotten van Han verstuurd. Hier aangekomen stuurt professor Barabas nog een nieuwe uitvinding, het stopstraalkanon, waarmee je personen kunt stilzetten. Savantas is van plan om heel België te verkleinen en onder te brengen in de grotten. Suske, Wiske en Lambik weten dit te voorkomen en Savantas vlucht opnieuw. Ditmaal naar de ruïnes van de abdij van Villers-la-Ville. Ze bemachtigen er het sprietatoomtoestel en verkleinen Savantas. Deze wordt vervolgens door een roodborstje opgegeten. Als ze uiteindelijk thuiskomen, legt het vogeltje een ei. Uit het ei komt de geest van Savantas. Wiske zuigt deze geest met een stofzuiger op en laat hem buiten wegwaaien. De geest komt noch de hel noch de hemel in en moet eerst zijn slechte daden goed maken. Dat doet hij door de professor te laten inzien dat zijn uitvindingen de wereld slechts onheil kunnen brengen en dat hij ze moet vernietigen. Dat lukt en professor Barabas vernietigt zijn hele laboratorium en wil voortaan gedichten gaan schrijven, Savantas vindt rust door zijn goede daad.