De vrienden horen op de radio dat er in het luchtruim van Rotswana een vliegende koffieboon is gezien, vliegtuigen van de militaire basis Paloeloekamp hebben foto’s gemaakt en de boon is door hen neergeschoten. De vrienden ontdekken dat het Arthur was, die op weg was naar Nederland om Lambik op te zoeken. Lambik vertelt over zijn vader die dichter was. Onbegrepen door de mensen werd hij in een gesticht in Voorburg geplaatst, maar hij werd bevrijd en woont met één zoon - de broer van Lambik - in Rotswana. De vrienden merken dat ze worden afgeluisterd, maar de geheimzinnige ontsnapt en ze gaan met de gyronef op weg. Vitamitje wordt meegenomen en de vrienden zien dan de geheimzinnige, met de stijve boord, die ook aan boord blijkt te zijn.
Ze springen uit de gyronef als die wordt meegenomen door de Stijve Boord. In het bos horen de vrienden tamtam-boodschappen over een vliegende aap bij het mangrovebos. Dan ontdekken ze sprekende apen die iemand gevangen hebben en de persoon voor de krokodillen gooien. Ze redden hem en hij vertelt dat de Joerangetangs de Ju-Jubekes vervolgen. In het mangrovebos vinden de vrienden Jerom met een gewonde Arthur, maar die worden beide door een nijlpaard ingeslikt. Lambik hoort nog net dat zijn vader in een boomhut bij het dorp van de Ju-Jubekes woont. De vrienden moeten door het gebied van de Joerangetangs, en Lambik wordt meegenomen door Vitamitje. Vitamitje schrikt van een leeuw en vlucht en Lambik wordt door een olifant naar de boomhut van zijn vader gebracht.
Lambiks vader krijgt eten van de dorpelingen in ruil voor tamtamliederen, maar dan horen ze tamtamgeluiden. Tante Sidonia, Suske en Wiske zijn door de Joerangetangs gevangengenomen en bij Biebop gebracht. Hij vertelt de vrienden dat hij het geheime medicijn van de vader van Lambik wil hebben en sluit ze op bij een leeuw. Lambik vermomt zich als aap en helpt de vrienden ontsnappen. Terug in de boomhut vertelt de vader van Lambik dat de jeugd moderne tamtamliederen wil, hij wordt te oud. Hij had voor zijn oude dag iets in zijn bolhoed verstopt, maar die is hij kwijt. Dan zien ze de Stijve Boord bij de boomhut en ze verzorgen hem. Uit dank vertelt de Stijve Boord dat een Ju-Jubeke de bolhoed heeft en de vrienden gaan naar het dorp.
Alleen de tovenaar Bolobo is afwezig als de vrienden in het dorp komen, hij moet dus de dader zijn, en ze besluiten een kokosnotenkanon te bouwen. Dan komen de Joerangetangs met een leger voor het dorp en Lambik begint een gevecht met Biebop, waarna het leger wordt weggejaagd door het kokosnotenkanon. Niemand ziet hoe de tovenaar het dorp insluipt. ’s Nachts wordt Lambik wakker en ziet Bolobo in de hut, maar die weet weg te komen met de bolhoed. De bolhoed wordt daarna door de Stijve Boord meegenomen en Wiske komt tijdens de achtervolging in een nijlpaard terecht. Daar ziet ze Jerom en Arthur rustig kaarten, ze wachtten tot Arthurs arm genezen is. Samen met Wiske gaan ze naar het dorp als ze horen wat er aan de hand is, en Jerom verslaat het apenleger.
Zonder bolhoed kwijnt de vader van Lambik langzaam weg in bed en Jerom gaat op zoek naar de Stijve Boord. Hij vindt de Stijve Boord en Vitamitje bij de gyronef en neemt ze mee. De Stijve Boord is blij dat Wiske nog leeft en vertelt dat hij van de belastingen is, hij wilde weten hoe rijk de vader van Lambik was en daarom ging hij aan boord van de gyronef. In de bolhoed blijkt de rentekaart van de vader van Lambik verstopt te zijn, zijn pensioen. Dan vertelt de Stijve Boord dat hij juist een groot bedrag aan de vader van Lambik moest geven (het geld wat in het verleden te veel aan de belasting is afgedragen door de vader van Lambik). De vrienden gaan terug naar huis en Arthur en de vader van Lambik blijven in de boomhut wonen.