Lambik voorkomt op de autoweg Breda – Antwerpen een overval, maar iedereen is al weg voordat hij kan zien wie het zijn. Hij heeft wel een kreet gehoord en als hij het verhaal vertelt schrikt tante Sidonia en vertelt over haar nicht, Net de Anker, die met vis leurde en later met een Spanjaard is getrouwd. Tante Sidonia heeft sinds de oorlog niks meer van haar nicht gehoord en Lambik geeft haar een kaartje voor een optreden van Carmencita Falasol. De operazangeres blijkt de nicht van Sidonia te zijn, maar tijdens het optreden wordt de kist van haar gestolen. Suske en Wiske volgen de dieven, en vinden in de doos een kindje. Tante Sidonia hoort het verhaal van haar nicht, die in de burgeroorlog haar man is kwijtgeraakt. Ze zingt voor de kost omdat ze voor Sprotje moet zorgen. Lambik laat per ongeluk de ontvoerders ontsnappen met Sprotje en Schanulleke.
De vrienden vinden nog wel een routekaart naar Andoulasië (1) in Spanje en gaan met het vliegtuig op pad. Onderweg vallen Wiske en Lambik uit het vliegtuig en worden door de politie als smokkelaars opgesloten. Ze horen op de radio dat Suske en tante Sidonia het ongeluk ook hebben overleefd en in het ziekenhuis in Servela (2) liggen. Lambik en Wiske worden vrijgelaten na het radiobericht en overnachten in een herberg. Daar komt ’s nachts een roversbende met Sprotje, ze vertellen Wiske dat ze willen dat de vader van Sprotje zijn nieuwste uitvinding vernietigt. De rovers verkopen stieren voor stierengevechten, en de vader van Sprotje heeft een uitvinding gedaan waardoor er geen stieren meer hoeven dood te gaan. Wiske weet met Sprotje te ontsnappen en ze gaan naar de ruïne. Lambik helpt een stier van een rotte kies en ze worden vrienden.
Signor Stobbelaro ziet Lambik en vraagt of hij toreador wil worden. Lambik gaat naar een optreden van Carmen Snijbonia en krijgt daar een briefje van een geheimzinnige waarin wordt gewaarschuwd dat hij niet aan de stierengevechten moet deelnemen. Een waarzegster voorspelt Lambiks dood en de professor vertelt dat hij voorzitter is van L.A.T. “Los Amigos Toros - de vrienden van de stier”. Hij wil het gevecht van de volgende dag voorkomen. Met een zweefvliegtuig gaat hij naar Servela en ontmoet daar Carmen en de geheimzinnige. Lambik wordt overgehaald om geen stieren te doden, maar Schramoelio is in hun midden en houdt hen gevangen. Tante Sidonia is Carmen Snijbonia, nadat ze uit het ziekenhuis is ontslagen heeft ze als danseres de kost verdiend samen met Suske. Lambik wordt dronken gevoerd en gedwongen te vechten in de arena. Wiske ziet dat de rovers de ruïne met dynamiet ondermijnen en de vrienden ontsnappen. Wiske vindt de uitvinding T.A. “Toro Aciero – Stalen Stier” samen met Sprotje. De stier herkent Lambik tijdens het gevecht: hij heeft zijn rotte kies getrokken en ze vallen elkaar in de armen.
Tante Sidonia hoort van de burgemeester dat ze familie van hem is en Spaans bloed heeft. Zijn overgrootvader, Hertog Medina Sidonia, stond aan het hoofd van de Armada-vloot die door Filips II werd uitgezonden. De burgemeester besluit te helpen nu hij weet dat tante Sidonia familie van hem is. Suske, Wiske en Sprotje ontsnappen met de stier uit de ruïne. Het publiek wil bloed zien, maar de stier en Lambik weigeren met elkaar te vechten. De professor klaagt de rovers aan en ze moeten van de burgemeester als eerste met de Stalen Stier in de arena een gevecht aangaan. Schramoelio en Stobbelaro ontsnappen met Sprotje op de stier, en de politie en de rovers raken in een vuurgevecht. De rovers vluchten naar het Gierennest, maar dan komt Carmencita met een parachute uit het vliegtuig en het leger wordt "verdoofd" door haar stem. De rovers gaan naar de gevangenis en een agent van een wapenfabriek wordt meteen “weggestuurd” als hij de stalen stier wil kopen. De vrienden gaan met het vliegtuig terug naar Zaventem.