Na vervelende opmerkingen van een paar stratenmakers twijfelt tante Sidonia erg aan haar uiterlijk en gaat met Zwam, een sprekende champignon, richting Valkenburg. Tante Sidonia gaat naar het Ravensbos en als ze de slagen van Echterkerktoren hoort verschijnt de joffer zonder kop. Suske, Wiske en Lambik (die zich voordoet als rijmende Cyrano de Bergerac) gaan tante Sidonia achterna, maar Lambik is vooral op zoek naar een geheimzinnige schone, die hem via een koperen ketel roept. Tante Sidonia herkent de vrienden niet en ontsnapt op een vliegende kar, getrokken door bokken.
Suske en Wiske worden door tante Sidonia ingemetseld in de ruïne van het kasteel Valkenburg. Als Lambik de geheimzinnige vrouw vindt blijkt dit tante Sidonia te zijn. Ze heeft haar gezicht geruild met de joffer zonder kop. Ook zij komen in gevaar door de joffer.
Suske, Wiske, Lambik en de echte Sidonia worden op het nippertje gered door een tovenaar. De joffer wordt door deze tovenaar gedwongen Sidonia haar gezicht terug te geven. De tovenaar blijkt Jerom te zijn, die zich vermomd heeft nadat hij het verhaal van professor Barabas heeft gehoord.