In het noorden van Chiapas in Mexico bevindt zich de archeologische site van Palenque, waar Ernesto Tabasco en professor Confuus ontdekken dat er voorwerpen van jade zijn gestolen. Tante Sidonia is op uitnodiging van UNESCO bij de heren en de mannen vertellen Sidonia dat Guido Krapullos - een regeringsambtenaar - hetzelfde merk sigaren rookt als het bandje wat op de plek van de diefstal is gevonden. Tante Sidonia vraagt haar vrienden naar Mexico te komen, Jerom is in Bosnië om de blauwhelmen te vervangen en kan dus niet mee.
De vrienden worden door Sidonia afgehaald van het vliegveld en rijden naar Palenque. Ze kopen sombrero’s en zien een witte arend vliegen. De professor vertelt dat zijn voorganger, Alberto Ruz, een tombe heeft ontdekt in 1952. Ze gaan naar de piramide, met de Tempel der Inscripties, waar de laatste diefstallen zijn gepleegd. Suske en Wiske gaan zwemmen en ontdekken een erg diep cirkelvormig bekken met scherpe randen. De professor vertelt dat dit een cenote is, waar de Maya's en Azteken mensen offerden.
Lambik gaat met Ernesto duiken in de offerbron en vinden veel skeletten op de bodem. Suske en Wiske verkennen nogmaals de gang bij de piramide, als ze aan een ring trekken horen ze dat er water wegstroomt. De offerbron is leeggelopen en de vrienden gaan op verkenning. Onder in de put vinden ze een granieten deur met een afbeelding van Quetzalcoatl, en ze komen door een gang vol valstrikken in een enorme piramidevormige ruimte. Daar komt de witte arend en gaat op een standbeeld zitten.
Guido Krapullos komt met handlangers en wil de schatten stelen, waarna hij het water weer wil laten stijgen zodat de vrienden zullen verdrinken in de schatkamer. Maar dan spreekt de witte arend en hij verandert in een gevederde slang. De slang is Quetzalcoatl, de god die de harmonie van hemel en aarde moet bewaken. Hij ziet dat de vrienden een goed hart hebben en neemt ze mee naar het verleden. Daarna zullen de schatten worden verstopt, voordat er meer expedities en toeristen komen.
Er wordt met een kaktusnaald een gaatje geprikt en de vrienden krijgen een gouden touwtje door hun oren, en gaan samen naar het verleden. Ze worden voorgesteld aan de koningin en Quetzalcoatl vertelt zijn volk dat in de toekomst de wereld voor leed zal zijn. Dan gooien de boeven enkele bewakers van de hoge trappen en bedreigen de koningin. Zij valt in de cenote, maar wordt gered door Suske en Wiske. De boeven worden veranderd in apen en Sidonia mag een wens doen.
Ze wenst dat ze zal trouwen met Lambik, maar dan barst de vulkaan uit. De bewoners gaan naar een afgesproken plaats en de vrienden worden naar hun eigen tijd teruggestuurd. De vrienden zien samen met de professor en Ernesto hoe een ruimteschip alle kostbare voorwerpen uit de ruïnes haalt. Suske zegt dat het de bewoners van vroeger zijn die tijdens de vulkaanuitbarsting zijn ontkomen met een ruimteschip. Lambik krijgt van de professor nog een beeldje wat is achtergebleven in een boom en de vrienden keren terug naar huis.