Op de radio is een bericht van agentschap T. Ruter te horen over een vliegend voorwerp dat boven de kusten is gezien. Lambik doet dit af als kletspraat en gaat met de vrienden naar een speelgoedwinkel om een nieuw radiografisch bestuurbaar vliegtuigje te kopen voor Suske en Wiske. Ze horen het breken van het winkelraam, maar dit blijkt niet stuk te zijn. Suske krijgt een vliegtuigje van Lambik, maar dat vliegt ’s nachts weg door het raam. Suske ziet het, maar wanneer de anderen boven komen blijkt het raam niet stuk te zijn. Lambik gelooft het verhaal niet, maar neemt Suske en Wiske de volgende dag mee naar de Royal Antwerp Aviation Club om hen te troosten voor het verdwenen vliegtuigje.
Jerom landt op het vliegveld en vertelt de mensen over metalen bollen die hij op zijn vlucht heeft gezien, maar Lambik is al met de kinderen op weg naar het huis van tante Sidonia. Op de terugweg krijgen ze motorpech en landen. Dan zien Suske en Wiske het vliegtuigje en volgen het, als ze opnieuw motorpech krijgen redt het vliegtuigje hen. Lambik gelooft het verhaal niet en is boos omdat de kinderen weggevlogen zijn. Ze gaan naar het vliegtuig waar een man veel interesse toont in het verhaal van Jerom. Lambik en Jerom zien een taxichauffeur en een verkoper van tweedehands auto’s opbiechten dat ze hun klanten bedonderen.
Suske en Wiske maken een foto van de tros in een bunker en zien kleine wezentjes. Tante Sidonia, Lambik en Jerom zijn naar Holland en geloven het verhaal niet, maar het telefoongesprek is afgeluisterd en ’s nachts worden de foto’s gestolen. Suske en Wiske zien een Vlaming opbiechten dat hij alleen Frans spreekt en een sergeant vraagt vergeving aan een soldaat. Ze vinden het vliegtuigje dat is neergeschoten en redden Pamora, een wezentje van de planeet Kwakurnus. Hij vertelt dat hij met zijn gezin de mensen wilde verlossen van hun nare eigenschappen. Bébamora 11 en 18 gaan ’s nachts de bunker uit en verraden daarmee hun schuilplaats.
Suske en Wiske repareren het vliegtuigje, maar als Pamora bij de bunker komt wordt die opgeblazen door de boeven, G.Ouden en K.Alf willen de kwakstraal bemachtigen. Pamora is ziek van verdriet als tante Sidonia, Lambik en Jerom weer thuiskomen. De vrienden verzorgen hem en kijken naar dia’s van de vakantie in Holland; Amsterdam met het huis van Rembrandt van Rijn en Madurodam. Dan ziet Pamora het vliegtuigje van zijn vrouw op het Schiphol-vliegveld van Madurodam en Lambik brengt Suske en Wiske erheen. Op hun vlucht maken ze het vliegtuig van de boeven onklaar, en ze sturen Mamora naar Pamora. Als ze aankomt is tante Sidonia echter overvallen en Pamora is samen met zijn vliegtuigje ontvoerd.
Pamora is op het kantoor van G.Ouden en K.Alf en maakt één van de mannen een goed mens met zijn kwakstraal. De ander weet te ontsnappen als Lambik en Jerom aankomen. Ze horen dat Madurodam is ondermijnd en Suske en Wiske en de Bémoras zullen ontploffen om middernacht. Lambik vliegt samen met Jerom naar Madurodam en Jerom weet de bom onschadelijk te maken, Madurodam en de kinderen zijn gered. De wezentjes willen terug naar hun eigen planeet, waar iedereen goed voor elkaar is en rijkdom niet belangrijk is. Het is helaas onmogelijk om alle mensen te bestralen zodat dit op aarde ook zo wordt, en de tros stijgt weer op en vertrekt. De vrienden vliegen terug naar huis.