Wanneer Wiske, Suske en tante Sidonia de Oude markt bezoeken, ziet Wiske in een stand een grote speelkaart, een ruitendame. Er rolt een traan over de wangen van de dame, hoewel ze enkel een kaart is. Niemand gelooft Wiske, maar als tante Sidonia de kaart voor haar wil kopen, komt ineens een vreemde man tussenbeide. Hij wil de kaart absoluut hebben en er ontstaat een ruzie. De koopman besluit de kaart dan maar niet te verkopen. Diezelfde nacht nog verdwijnt de kaart uit zijn opslagplaats met een briefje achtergelaten door de vreemde man.
Suske en Wiske gaan naar Tobias en Dolleke, die na hun vorige avontuur een gezinnetje hebben gekregen. Tobias helpt hen zoeken naar de man. Later ontdekken Suske en Wiske dat de man werkt voor een andere bekende, Anne-Marie van Zwollem. Haar vader speelt dat hij een markies is, en is met een metaaldetector op zoek naar een holle ruimte. Als Van Zwollem een ongeluk krijgt met een raket, waarmee hij naar de maan wil vliegen, vertelt hij de vrienden over markies Matuvu die in 1717 een ruitendame op het water zag drijven. Er is een legende over een geheime gang naar het kasteel op de bodem van de vijver. Lambik, Jerom en Anne-Marie brengen Van Zwollem naar een rustoord.
Niemand gelooft dat de kaart huilt en Wiske duikt in de vijver op zoek naar het kasteel. Suske vindt de geheime gang, want door de ontploffing van de raket is de ingang zichtbaar geworden. Om middernacht gebeurt er iets wonderbaarlijks in het speelkaartenkasteel, de kaarten dansen. Een tovenaar die dit kasteel bewoonde speelde met de kaarten, die hij tot leven wekte. Na zijn dood lieten ze zich naar de bodem van de vijver zinken. De nar blijkt samen met de zwarte kaarten – de schoppen en klaveren – de macht gegrepen te hebben. Ze hebben de rode kaarten – dus harten en ruiten – gevangengenomen. De ruitendame heeft zich opgeofferd en is naar de mensenwereld gegaan om haar man te redden.
Jerom en Lambik horen het verhaal van de betoverde kaarten en gaan naar het kaartenkasteel. Daar veranderen om middernacht de kaarten weer in levende wezens en ze voorkomen dat Suske en Wiske worden onthoofd. De hartenheer en ruitendame komen binnen, en de toverkracht van de nar is hiermee verbroken. Als de schoppen en klaveren berouw tonen, zal het echtpaar hen vergeven. De nar mag echter nooit meer meedoen in een edel kaartspel (zoals whist).
Het kasteel zinkt in de bodem weg, en de vrienden worden wakker en vertellen tante Sidonia over hun "collectieve droom". De geheime gang is dichtgemetseld, en Van Zwollem keert samen met zijn dochter terug nadat hij is hersteld. Niemand weet inmiddels dat de kaart van de ruitendame elke nacht tussen twaalf en één glimlacht.