Lambik en Jerom zijn na hun gouden cirkel-avontuur bij tante Sidonia om weer op krachten te komen. Lambik gaat in het park eendjes voeren, maar dan verdwijnt een meisje dat hij even bij de hand hield. Hij weet uit handen van de woedende menigte te blijven en Suske, Wiske en Jerom komen hem met de auto halen. In de krant staat dat hij Marleentje Daelmans heeft ontvoerd, maar Lambik verdenkt iemand met een krant. Wiske vindt de volgende dag een krant met een adres, Pompstraat 22, in het park en samen met Jerom en Suske gaat ze naar het adres. Jerom grijpt de vluchtende man. Bij de politie bekent de man alles gezien te hebben. Marleentje is opgeslokt door een ballon in de vorm van een paddenstoel. De politie gelooft hem niet en hij wordt opgesloten.

De heer Daelmans komt hulp vragen bij de vrienden; hij is radeloos. Op de radio horen ze dat een tweede kind is verdwenen vanuit haar ouderlijk huis aan de Kraanstraat, Joke Schuurman. Wiske gaat de volgende dag naar het huis van Joke en ziet in de tuin een ballon in de vorm van een paddenstoel. Ze probeert de ballon te pakken, maar vernielt veel dingen tijdens haar achtervolging. Tante is boos, ze moet de schade betalen, en zegt Wiske geen onzin over betoverde ballonnen te vertellen. Jerom en Lambik nemen Suske en Wiske mee naar de kermis. Daar zien ze Frans, de man die de ballonnen verkoopt. Hij vertelt dat hij de ballonnen koopt van juffrouw Feriteel, samen met haar zussen bezit ze draaimolens. De zussen proberen er op hun best uit te zien voor Lambik, en vinden Jerom net een drakendoder. Als er zes kinderen verdwenen zijn wordt de kermis gemeden door het publiek.

Frans vraagt de zussen te helpen de ontvoerder te vinden, maar is later op de vlucht. Hij botst tegen Jerom die net op weg is naar de kermis. Jerom vindt de zussen ook vreemd, maar toch gaan de vrienden op de kermis helpen om de kinderen in de gaten te houden. Als Wiske een ballon verkoopt, verdwijnt het jongetje. Suske vindt hem op een autokerkhof. Het jongetje vertelt dat zijn ontvoerder een ring met een zwarte steen droeg. Jerom wordt bewonderd door de zussen en zal ’s nachts de wacht houden. Lambik gaat met Suske en Wiske naar het autokerkhof om de ontvoerder op te wachten, maar die ontsnapt in een citroën. De vrienden hebben een gedeelte van het nummerbord en zien de auto de volgende dag op de kermis. Ze pakken de dader, de man van de autoscooters, maar die vertelt alleen achter de laatste ontvoering te zitten. Hij is jaloers op het succes van de gezusters Feriteel en wilde hun verdacht maken.

Panjub doet een goocheltruc, maar sluit Suske en Wiske daarbij op in een kist. Dan verdwijnt Kiki na haar bezoek aan de gezusters Feriteel. Haar ouders zijn vreselijk bezorgd. Suske en Wiske volgen een vliegende ballon, en op de plek waar die wil landen is een heksenkring. De ballon wordt gepakt door een geheimzinnige in een Lelijke Eend. Het lijkt alsof de zwammen zingen, en Suske en Wiske nemen dit geluid op. De vrienden zien de Lelijke eend bij de Mysteria Barak, en even later komt Kiki naar buiten. De goochelaars blijken de heer Daelmans en de politiecommissaris te zijn; ze geloofden het verhaal niet en gingen zelf op onderzoek. Ze konden Kiki net redden nadat ze opgeslokt werd door de ballon.

Jerom ondervraagt Lili, de jongste zus, die vertelt dat ze 565 jaar oud wordt. Ze werden naar de aarde gezonden om mensen te helpen. Maar nu ze ouder worden verliezen ze hun toverkracht en met de adem van jonge kinderen wilden ze een verjongingskuur houden. Het was niet hun bedoeling dat de ballonnen de kinderen zouden laten verdwijnen, de toverspreuk ging mis. De zussen volgden de ballonnen om de kinderen te zoeken. Dan verschijnt fee Fantasia, die de zussen meeneemt nu hun geheim is geopenbaard. Op de magneetband van Suske en Wiske horen ze de kinderen zingen, ze zijn veranderd in zwammen. Als de zussen Feriteel berouw tonen, verandert Fantasia de zwammen weer in kinderen.