Wiske is jarig en Lambik wil een feestmaal bereiden voor de vrienden. Tijdens een wandeling met Suske komt Schanulleke in een rivier terecht en Wiske springt haar popje achterna. Suske kan voorkomen dat Wiske verdrinkt, maar Schanulleke is verdwenen en Wiske is ontroostbaar. Wiske blijft weken ziek en professor Barabas vertelt dat Carl Gustav Jung beweerde dat een groot deel van de gedachten en herinneringen niet in het eigen hoofd maar in het collectief onbewuste worden bewaard. Volgens sommige wetenschappers gaat het om een tastbare wereld die Memoria wordt genoemd. In 1460 reisde de Arabische alchimist Al Kimia naar Memoria en organiseerde zelfs trips. Professor Barabas wil naar Memoria reizen om daar de herinneringen van Wiske aan Schanulleke te wissen, zodat ze herstelt van haar opgelopen psychotrauma. Jheronimus Bosch was één van de beroemdste klanten van Al Kimia en Jerom, Suske en Lambik reizen naar het verleden en bezoeken het atelier van Bosch.
De vrienden vragen naar Memoria en worden weggestuurd door Bosch, waarna Lambik besluit om zich te vermommen en als kok in dienst te treden bij Jheronimus en Aleid. Lambik hoort van Jheronimus dat hij geen inspiratie heeft voor de Tuin der lusten, wat geschilderd moet worden in opdracht van de heer van Nassau. Aleid brengt Jheronimus dan tegen zijn zin in naar een kelder. Lambik haalt Suske en Jerom en ze zien dat een man die in het atelier van Bosch was, Furatus, nu Al Kimia bedreigt. Jerom gooit deze man de stad uit en Al Kimia vertelt dat hij beschuldigd werd van hekserij en daarom gestopt is met zijn reizen naar Memoria. Hij begeleid alleen nog Jheronimus Bosch en vertelt dat deze als dertienjarig jongetje de stadsbrand van Den Bosch meemaakte. Sinds die tijd had hij elke nacht nachtmerries en zijn vader vroeg Al Kimia om Jheronimus naar Memoria te sturen en hem daar de herinnering aan de brand op te laten zoeken en uit te schakelen. Jheronimus bleef zes jaar weg en was bij terugkomst niet meer zichzelf, hij gebruikte de droomwereld in zijn schilderijen en veel mensen kopen deze schilderijen.
Al Kimia besluit de vrienden te helpen en geeft een speciaal wierook waarmee mensen onder hypnose komen en naar Memoria reizen. Hij vraagt Jerom om hem naar het kalifaat te brengen en beloofd hem het wierook waarmee je terug kunt reizen vanuit Memoria aan hem mee te geven. Lambik en Suske flitsen terug naar hun eigen tijd en professor Barabas sluit hen op in een kamer waar ze onder invloed van de wierook komen. Als ze gestoord worden in hun hypnose, overleven ze deze trip naar Memoria niet. Ze komen in een wereld vol met symbolen en er is een vergeetput. Lambik wordt door memojagers in deze vergeetput gegooid, waarna tante Sidonia niet meer weet wie de man is die op de foto staat die aan haar muur hangt. Suske legt uit dat hij en Lambik geen herinneringen zijn, maar mensen. De memojagers vertellen dat zij herinneringen in de vergeetput moeten gooien, anders bezorgen zij via de gedachtegang mooie en lelijke dromen. In de vergeetput zit de molen der vergetelheid en deze vermaalt de droombeelden tot stof tot nadenken en hier worden weer nieuwe herinneringen van gemaakt.
Ondertussen hoort Wiske van tante Sidonia dat de vrienden de herinneringen aan Schanulleke willen vernietigen en ze wil dit voorkomen. Jerom is nog in het verleden en het wierook om terug te keren vanuit Memoria wordt gestolen door Furatus. Jerom zoekt Furatus en hij vindt hem in de Sint-Janskerk die in aanbouw is. Furatus zoekt een wierookvat en Jerom legt uit dat Furatus met de wierook niet naar Memoria kan komen, maar dat deze bedoeld is om terug te reizen. Furatus vertelt dat hij in armoede leefde als kind en het Sint-Antoniusvuur kreeg. Hij kreeg hallucinaties en overleefde als enige van het gezin. Hij werd opgevangen door een oom en verloor een voet, maar bleef last hebben van angstdromen. Deze wilde hij uitschakelen in Memoria, maar Al Kimia was al ondergedoken. Furatus probeert Jerom van de kerktoren te gooien, maar valt zelf. Jerom redt hem en krijgt het wierook van Furatus, die spijt betuigd.
In Memoria ziet Suske een beeltenis van Schanulleke die het popje Schanulleke aan een hengel heeft hangen. Dan ziet hij een vreselijke versie van Schanulleke en Jerom en Lambik proberen deze in de vergeetput te gooien. Wiske komt in de kamer bij Lambik en Suske terecht en probeert hen te wekken. Tante Sidonia kan nog net voorkomen dat ze wakker worden en vertelt dat ze dit niet zouden overleven. Wiske wil hen in Memoria tegenhouden, ze wil de herinneringen aan Schanulleke niet verliezen, maar de wierook is op. Lambik en Suske gooien de vreselijke versie van Schanulleke in de vergeetput, waarna de vrienden het poppetje niet herinneren. Jerom komt terug naar het heden met de wierook en de vrienden laten Lambik en Suske terugkeren vanuit Memoria. De memojagers halen de vreselijke versie van Schanulleke uit de vergeetput, waarna Wiske haar poppetje weer herinnert. Wiske is blij, maar wil graag langs de plek waar ze Schanulleke verloor.
De vrienden rijden naar de rivier en Suske ziet een visser en herinnert zich een beeld in Memoria. Het blijkt dat de visser Schanulleke uit de rivier heeft gevist en het poppetje aan zijn dochter gegeven heeft. Dit meisje heeft het poppetje Meerminneke genoemd, omdat ze uit het water kwam. Wiske is blij dat Schanulleke veilig is en wil de spulletjes van Schanulleke wegdoen, maar dan komt het meisje aan de deur en geeft Schanulleke terug. Haar vader zal haar een ander poppetje geven. Wiske is dolgelukkig en Memoria wordt een mooiere plek, omdat oude wonden zijn geheeld.