Wanneer Lambik bij Tante Sidonia thuis de krant leest raakt hij plotseling zeer opgewonden over een foto bij een artikel. Het gaat over een zonderling wezen, dat gesignaleerd is boven in een boom in de wouden van de kolonie Dongo. Als hij bedaard is vertelt hij dat het wezen zijn broer Arthur is, die het geheim kent om te vliegen door het sap van een bepaalde plant te drinken. Lambik heeft vijf jaar geleden voor het laatst van zijn broer gehoord. In een brief schreef Arthur toen dat hij heeft leren vliegen en dat hij op zoek is naar het dochtertje van zijn gids. De gids was tijdens hun tocht bezweken en Arthur wil zijn dochtertje aannemen.
Lambik rust een expeditie uit naar Dongo om zijn broer te zoeken. Suske en Wiske gaan mee, maar tante Sidonia blijft achter. Ook nemen ze een afgerichte ezel uit het circus, genaamd Putifar, mee die vlak voor hun vertrek per ongeluk een transistor inslikt. Hierdoor fungeert hij als radio elke keer als hij zijn staart als een antenne in de lucht steekt.
Per vliegtuig en boot bereiken ze uiteindelijk de binnenlanden van de kolonie, waar ze in contact komen met de inboorlingen, onder leiding van Boumbala. Zij redden de stam van een rondsluipende tijger. Boumbala stelt hen draagstoelen ter beschikking waarna ze dieper doordringen in de jungle en het gebied der Jambaba's bereiken. De dragers willen dan niet verder en keren terug. Hier vinden ze Arthur, de vliegende aap, maar die blijkt nogal schuw te zijn en moeilijk te vangen.
Terwijl ze naar een oplossing zoeken om Arthur te vangen, ontvangen ze een dreigbrief van Serpentos, dat ze onmiddellijk het gebied moeten verlaten. Uiteraard doen ze dat niet, maar gaan op onderzoek uit. Lambik wordt hierbij gehypnotiseerd door de slang Kanga, die van Serpentos via een zender opdrachten krijgt. Lambik wordt kwaadaardig en schiet Wiske neer met een geweer. Suske, die buiten zichzelf is van verdriet, wordt aangevallen door Kanga. Maar hij wordt gered door een negermeisje, genaamd Banana, dat een cactusblad gooit op de slang, die hierdoor lek raakt. De slang wordt even later door Serpentos "genezen" door als een fietsband geplakt te worden.
Banana vertelt dat zij vroeger koningin der Jambaba's was. Haar troon bevond zich in een tempel boven op een rots, waartoe zij als enige de geheime ingang kent. Er bevindt zich in de tempel ook een grote schat, die Serpentos wil hebben. Hiertoe hitst hij de Jambaba's tegen haar op, zodat zij moet vluchten. Met de hulp van Lambik worden Suske en Wiske door de Jambaba's gevangengenomen en in een ketel met heet water boven een vuur geplaatst. Banana weet te ontsnappen. Maar dan laat Serpentos ook Lambik in de ketel belanden, waardoor de hypnose wordt verbroken. Banana redt het drietal door een tunnel te graven tot onder de ketel en met een blikopener de bodem ervan te verwijderen.
Hierna weten ze Arthur te vangen, waarna er een vreugdevolle ontmoeting tussen Lambik en zijn broer plaatsvindt als hij eindelijk wordt herkend. Als ze na nog meer avonturen uiteindelijk in de tempel aankomen, vinden ze daar de troon van Banana. Maar Arthur is gehypnotiseerd door Serpentos en vliegt met hem naar de tempel. Tante Sidonia is hen achterna gereisd in een helikopter en zij weet uiteindelijk Serpentos en de slang Kanga te overmeesteren samen met Putifar. De dorpelingen luisterden niet meer naar Serpentos, omdat ze de muziekezel Putifar aanbaden. Dan blijkt Banana het negermeisje te zijn dat Arthur al die tijd zocht, en ze wordt weer koningin.
Arthur laat de Selderum aeroplanis zien en Lambik drinkt van de plant. De beide broers vliegen en vangen Serpentos en Kanga, die er met Putifar vandoor zijn gegaan. De dorpelingen onderwerpen zich weer aan Banana, en Arthur blijft achter als tempelhoeder. De vrienden nemen de speciale plant mee naar huis, en ook Kanga en Serpentos gaan mee op de boot. Maar dan blijkt dat Putifar de hele plant heeft opgegeten, en de ezel vliegt van de boot. Serpentos krijgt genade en wordt bewaker in de dierentuin bij Kanga de slang.