Het verhaal speelt grotendeels in het jaar 54 voor Christus. Julius Caesar verovert Gallië maar krijgt de Eburonen (Kelten en Germanen) er niet onder. Lambiorix wil ten strijde trekken tegen de Romeinen. Een druïde geeft hem opdracht naar de heilige eik te komen met de as van zijn voorvaderen om een plaatsvervanger te regelen tijdens zijn afwezigheid. Daar vertelt de urn dat in 1972 de laatste nakomeling van Lambiorix bij de eik aanwezig zal zijn.
Lambik, Suske, Wiske en tante Sidonia schuilen in 1972 onder een eik tijdens een onweer en worden door een blikseminslag naar het verleden getoverd. Arrivix heeft de hoofdman afgeluisterd en ontmoet als eerste Lambik. Hij zorgt dat Lambik verslaafd raakt aan het dobbelspel. Tante Sidonia sluit vriendschap met een voorhistorisch monster en het wordt Dudela genoemd. Ze komen bij het dorp en zien dat Lambik Secretaris-Generaal is geworden.
Lambik wordt ’s nachts met dobbelstenen gelokt door Arrivix en speelt om alles wat hij bezit. Hij verliest en moet tante Sidonia nu doden in het bos. Hij laat haar daar achter en tante Sidonia wordt met Suske en Wiske door een monster gegrepen. Arrivix heeft de huizen van de aanhangers van Lambiorix vernietigd nu hij de macht heeft "gewonnen" door het spel met Lambik en betrekt met zijn volgelingen de Romeinse burcht.
Lambik gaat naar Arrivix en door hem hulde te brengen, kan hij vele gevangenen bevrijden. Als hij hoort dat zijn vrienden dood zijn verwondt hij een monster, dat er met de druïde vandoor gaat. Lambik vindt zijn vrienden levend in het bos: ze zijn door Dudela gered van het andere monster. De druïde wil Lambiorix waarschuwen maar wordt met een steen in het water gegooid door aanhangers van Arrivix. Lambik gaat naar Arrivix en doet alsof hij nog trouw is.
Lambik krijgt orders de helft van alle aardappelen aan Arrivix te geven, wat een hongersnood voor de dorpelingen betekent. Lambik weigert en krijgt hulp van een geheimzinnige vrijschutter, die hem zegt toch de aardappelen te leveren. Suske en Wiske gaan met de vrijschutter naar de Romeinse burcht en bevrijden de gevangenen. De vrijschutter zegt de Eburonen een paaldorp te bouwen in het meer.
De vrienden ontdekken dat de druïde niet is verdronken. Wiske gaat met Dudela op zoek en vindt de druïde in een grot bij de vrijschutter. De druïde krijgt een modderbad tegen zijn reumatiek en vertelt dat Lambiorix door de Romeinen gevangen is genomen. Lambik moet koolzaa] zaaien van de vrijschutter, om het land weer voedsel te geven. Van Arrivix krijgt hij de opdracht een karrenvracht koolzaad vanaf de grens te begeleiden.
De vrijschutter en Suske en Wiske overvallen het konvooi, maar dan hoort Lambik dat dit de opzet was van Arrivix. Er zitten giftige planten in de zakken en daardoor raakt het hele dorp in slaap. Het dorp wordt in brand gestoken, maar Dudela komt op tijd om de brand te blussen. Arrivix komt in het dorp en doet alsof hij vrede wil, maar heeft Lambik met de vrijschutter gevangengenomen. Die vrijschutter wordt door een andere vrijschutter bevrijd.
Arrivix zegt ook tegen Lambik dat hij vrede wil nadat hij ontdekt heeft dat de vrijschutter is verdwenen. Dan arriveren Suske, Wiske en tante Sidonia op uitnodiging van Arrivix. Lambik verdwijnt tijdens het eten, maar de anderen worden nu gevangengenomen. Tante Sidonia moet een pijl schieten door appels op de hoofden van Suske en Wiske. Het lukt en Lambiorix zegt dat zij de vrijschutter moet zijn, terwijl Suske en Wiske ontsnappen.
Suske en Wiske zien dan drie vrijschutters in de burcht verschijnen, maar twee van de schutters worden gevangengenomen. Als ze hun kappen afdoen, blijken het Lambik en de druïde te zijn. Dan komt de derde vrijschutter en hij verslaat Arrivix. Het blijkt Lambiorix te zijn; hij is aan de Romeinen ontsnapt en zijn macht wordt hersteld. Hij hielp als vrijschutter om op zijn "leger" te wachten, want alleen kon hij de volgelingen van Arrivix niet verslaan. De vrienden worden door de druïde bij de heilige eik terug naar hun eigen tijd gestuurd.